h

GESPREK SP-PVDA OVER NIEUW TE VORMEN COLLEGE, 15 MAART 2010

18 maart 2010

GESPREK SP-PVDA OVER NIEUW TE VORMEN COLLEGE, 15 MAART 2010

Een afvaardiging van de SP is op maandag 15 maart j.l. met een onderhandelingsteam van de PvdA in gespek geweest. Dit gesprek is bedoeld om af te tasten wat de mogelijkheden tot samenwerking in een college zijn. Hieronder volgt het officiele verslag zoals dit opgetekend is door de raadsgriffier, Eric Meurs.

Aanwezig: de heren Van der Horst en Schrier (SP), mevrouw Ketelaar en de heren Kuipers en Van der Meulen (PvdA) en de heren Lansen (afdeling Communicatie), Kuipers (afdeling Financiën) en Meurs (griffie).

Mevrouw Ketelaar opent het gesprek. Zij meldt dat de PvdA nu met 7 partijen individuele gesprekken voert. D66 en Gemeentebelangen zijn, na kennisname van hun inbreng in de eerste opinieronde op woensdag 10 maart jl., niet uitgenodigd. Zij hebben daarvoor begrip getoond. Na de 7 gesprekken, die alle deze week plaatsvinden, zal de PvdA-fractie zich nader beraden over de vraag hoe en met wie het beste verder kan worden gesproken in het proces van collegevorming. Daarover volgt dan zo snel mogelijk bericht.

Mevrouw Ketelaar geeft aan dat de PvdA in dit gesprek graag een aantal vragen beantwoord zou willen zien:
- Hoe beoordeelt u het beleid van de afgelopen vier jaren?
- Hoe beoordeelt u de verhouding raad-college in de afgelopen vier jaren?
- Wat zou anders moeten de komende periode?
- Wat zijn voor de SP zaken die in elk geval onderdeel zouden moeten zijn van de onderhandelingsresultaten?
- Zijn er voor de SP breekpunten? Zo ja, welke zijn dat?

Mevrouw Ketelaar meldt nog dat het verslag van de eerste opinieronde van woensdag jl. op de gemeentesite wordt geplaatst. Van alle nu volgende gesprekken worden eveneens verslagen gemaakt. Deze zullen, na vaststelling door de betrokkenen, ook op de site worden geplaatst. Dit alles in het kader van de alom bepleite openheid en transparantie van het proces. Hierna geeft mevrouw Ketelaar het woord aan de heer Van der Horst.

De heer Van der Horst blikt eerst terug op de afgelopen vier jaar. Hij geeft aan dat de SP-fractie in de eerste fase nog erg onervaren was. In die periode heeft zij zich geconfronteerd gevoeld met, wat de heer Van der Horst noemt, de arrogantie van de macht. Vooral van sommigen uit de kring van de PvdA heeft men zo’n houding ervaren, het meest vergaand in de gang van zaken rond de referendumverordening. De heer Van der Horst veronderstelt dat de enorme verkiezingswinst van de PvdA in 2006 daaraan niet vreemd is geweest. Gaandeweg zijn de verhoudingen in de beleving van de SP-fractie verbeterd, al vindt de heer Van der Horst ze nog steeds niet optimaal. Het stoort hem in dit verband bijvoorbeeld dat het nog altijd niet is gelukt te komen tot een raadsagenda.

Ten aanzien van het gevoerde beleid in de afgelopen periode stelt de heer Van der Horst dat de SP het er niet altijd mee eens is geweest. Dit lijkt hem ook logisch, gelet op het feit dat de SP oppositiepartij was. Hij stelt wel vast dat alle partijen zich inspannen voor hetzelfde doel: het beste voor de inwoners van Smallingerland. De dialoog tussen de partijen onderling zou naar het oordeel van de SP beter kunnen. Zelf heeft zij op dit moment een goede relatie met, in het bijzonder, de FNP en GroenLinks en, op momenten ook met de PvdA. De heer Van der Horst stelt vast dat deze partijen samen, met daarbij de ChristenUnie, beschikken over een meerderheid in de gemeenteraad.

De heer Van der Horst geeft aan dat verruiming van de doelgroep van het minimabeleid naar 120% van het wettelijk sociaal minimum, voor de SP een speerpunt is voor de komende periode. Nu daarin investeren, zal de gemeente naar de inschatting van de SP op termijn voordeel opleveren. Ook vindt de SP het erg belangrijk dat niet wordt overgegaan tot Europese aanbesteding van de thuiszorg. Belangrijke punten voor de SP voor de komende tijd zijn verder: het tot stand brengen van een transferium, het re-integratiebeleid (waarbij de SP de re-integratiebedrijven zoveel mogelijk buiten beeld wil brengen), een referendum over het onderwerp herindeling en de bevordering van milieuvriendelijke productiemethodes bij bedrijven in de gemeente.

Mevrouw Ketelaar houdt de heer Van der Horst voor dat al deze zaken de gemeente geld zullen kosten. Zij vraagt of de SP al ideeën heeft over de financiering ervan. De heer Van der Horst antwoordt dat deregulering geld moet opleveren. De heer Schrier voegt toe dat middelen zullen vrijvallen door het afblazen van de projecten waar de SP zich in de afgelopen periode tegenstander van heeft getoond. De heer Van der Horst wijst in het bijzonder op middelen die vrij zullen vallen gelet op de recente ontwikkelingen rond de cultuurambities. De heer Van der Horst geeft aan zich te realiseren dat het de komende periode niet leuk zal worden. Er zal bezuinigd moeten worden. De hoogste prioriteit voor de SP is daarbij het in stand houden van het huidige sociaal beleid van de gemeente en dat waar mogelijk nog te verruimen. De heer Van der Horst zegt te vrezen dat dit de komende periode lastig zal worden met CDA en VVD. Het heeft de voorkeur van de SP te bezuinigen ‘over links’, zoals de heer Van der Horst het omschrijft.

Mevrouw Ketelaar vraagt of de SP bereid zal zijn om, als het niet anders kan, met slechte boodschappen op pad te gaan naar culturele en maatschappelijke instellingen. De heer Van der Horst antwoordt dat de SP alles wil bekijken, zolang het sociaal beleid maar in takt blijft.

Gevraagd naar de opstelling ten opzichte van de grote projecten antwoordt de heer Schrier dat de cultuurclustering van de baan lijkt. Hij stelt dat de SP zich wel realiseert dat dit niet betekent dat al het hiervoor geplande geld vrij zal vallen. De afzonderlijke instellingen zullen moeten worden geholpen. Per saldo zal dit echt flink minder kosten. Over de aan te leggen spoorlijn Groningen-Heerenveen merkt de heer Van der Horst op dat de SP in beginsel voorstander is van de aanleg van een gewone spoorlijn. Het dekkingsvoorstel zoals dit eind vorig jaar op tafel lag, met daarin onder andere een OZB-verhoging van 5 procent, had echter niet het vertrouwen van de SP. De heer Van der Horst zegt niet te kunnen overzien of een ander dekkingsvoorstel haalbaar zou kunnen zijn.

De heer Van der Horst geeft desgevraagd aan dat een geringe OZB-verhoging voor de SP bespreekbaar zou zijn. De SP sluit dit niet op voorhand uit. Zij realiseert zich dat het onvermijdelijk zou kunnen worden om het sociaal beleid overeind te houden.

Met betrekking tot het communicatiebeleid merkt de heer Schrier op dat de SP in BreedUit graag ruimte zou maken voor andere geluiden dan uitsluitend het gemeentelijke. De SP streeft naar meer diversiteit in BreedUit.

Op de vraag hoe zwaar de inzet van de SP weegt om grondprijzen te verlagen ten behoeve van sociale woningbouw antwoordt de heer Van der Horst dat dit een belangrijk punt is voor de SP, maar wel onderhandelbaar. Hij geeft aan dat er wat de SP betreft in elk geval iets moet gebeuren om terugschaling op dit terrein te bevorderen.

Mevrouw Ketelaar vraagt of de SP meent dat de ambtelijke organisatie te weinig onafhankelijk opereert en te gekleurd adviseert. Zij zegt deze vraag te stellen naar aanleiding van de kritiek van de SP op het miniperspectief. De heer Van der Horst antwoordt ontkennend. Hij stelt dat de SP het vooral bezwaarlijk heeft gevonden dat de financiering van de spoorlijn in het miniperspectief verwerkt is geweest. Was dat niet gebeurd, dan was het document voor de SP al acceptabeler geweest.

De heer Van der Horst somt desgevraagd nog enkele punten op die voor de SP de komende periode van groot belang zijn:
- instellen van een referendumverordening;
- ontmoedigen van parkeren in de omgeving van scholen;
- niet invoeren van koopzondagen.

In reactie op het laatste punt merkt de heer Kuipers op dat de gemeente koopzondagen niet kan invoeren. De gemeente zou de APV zodanig kunnen aanpassen dat koopzondagen (beperkt) mogelijk worden. Daadwerkelijk regelen dat er koopzondagen komen, kan de gemeente niet.

Tot slot uit de heer Van der Horst de voorkeur van de SP ten aanzien van het aantal te benoemen wethouders: 5, verdeeld over 4 fte’s.

U bent hier