Smallingerland

Gisteravond organiseerde de SP een informatiebijeenkomst over de bezuinigingen in de zorg. Met name de veranderingen binnen de WMO kwamen aan bod. Onze wethouder Jos van der Horst gaf tekst en uitleg en beantwoorde vragen uit de zaal. Dertig mensen maakten gebruik van de gelegenheid zich te laten informeren.

Jeugdzorg, Participatiebeleid en de WMO zijn de onderdelen die vallen onder de decentralisaties. Naast de taken die de gemeente al had op gebied van de WMO, wordt per 2015 ook de individuele thuisbegeleiding in het kader van de AWBZ bij de gemeenten neergelegd. Helaas wel met een korting van 20-25% op het budget. Nog veel is onzeker en daarom heeft de SP bij de onderhandelingen een reservepot bedongen van 7,5 miljoen voor de komende drie jaren, waar in noodgevallen gebruik van kan worden gemaakt. Hiermee hopen we mogelijke negatieve gevolgen in de overheveling van de taken naar de gemeente op te kunnen vangen.

Eerder waren er voor de WMO in Smallingerland vier ambities geformuleerd.

1. De gemeente Smallingerland investeert in weerbare, actieve en gezonde generaties. Voorkomen is beter dan genezen. Inzetten op preventie kan er voor zorgen dat duurdere specialistische hulp wordt voorkomen.
2. Inwoners worden snel en goed ondersteund bij het vinden van een passend antwoord op hun vraag. Met andere woorden mensen niet van het kastje naar de muur sturen. Daarbij gaan we uit van wat mensen nodig hebben en niet waar ze recht op hebben. Samen met de mensen wordt een plan gemaakt voor de zorg waarbij geldt: 1 gezin, 1 plan en 1 contactpersoon.
3. Inwoners voelen zich prettig en veilig in onze gemeente en gebruiken en/of bieden ondersteuning die nodig is. Iemand die vast loopt helpen we. Daarnaast zorgen voor een goede leefomgeving wat betreft: openbare ruimte, woningaanbod, vrijwilligers en mantelzorg. Mantelzorg moeten we echter niet verheffen tot beleid en is altijd vrijwillig!
4. De kwetsbare groepen in de gemeente Smallingerland zijn minimaal van omvang. Daar waar ze er wel zijn, kennen en ondersteunen we ze. Denk hierbij aan verslavingsbeleid, openbare geestelijke gezondheidszorg, huiselijk geweld, licht verstandelijk- en zintuigelijk gehandicapten.

Hoe we het ook wenden of keren, uiteindelijk komt het gewoon neer op een bezuiniging in de zorg. Of het eens zijn met dit landelijk beleid is een tweede, maar er zal iets moeten veranderen. In onze gemeente gaan we hier invulling aan geven door te werken met vier gebiedsteams. Elk team bestaat uit ongeveer twaalf tot vijftien personen van verschillende disciplines (onder andere M.O.S. CJG, maatschappelijk werk). Zij vormen de toegang tot de zorg, waarbij zoveel mogelijk wordt uitgegaan van een integrale aanpak over het hele sociale domein. Uiteindelijk kunnen we dan ook zonder dure indicatieorganen zoals het CIZ en het SCIO. De gebiedsteams bevinden zich nu nog in de pilot-fase en daarom zullen voorlopig de gebruikelijke zorgstructuren, zoals bijvoorbeeld het CJG en het WMO-loket, eerst nog blijven bestaan. Er zijn twee smaken gebiedsteams: de ‘gewone’ en de 0-100 teams. Het verschil zit er in dat in het 0-100 team ook sociale zaken deelneemt, zodat werkelijk het hele sociale domein wordt bestreken. De teams moeten zichtbaar in de buurten aanwezig zijn om zo een laagdrempelig aanspreekpunt te zijn voor zorgvragers, mantelzorgers en vrijwilligers. Daarnaast zullen zij ook actief op zoek moeten gaan om vroegtijdig problemen bij mensen te signaleren. De bedoeling is dat we dan mensen eerder kunnen helpen en duurdere zorg kunnen voorkomen. Anders dan nu, waarbij meerdere (vrijwilligers)organisaties bij mensen over de vloer komen, maar 1 gezin, 1 plan en 1 contactpersoon.

Na de presentatie was er mogelijkheid tot het stellen van vragen. Hier werd goed gebruik van gemaakt. Bijvoorbeeld de zorgen over de bezuiniging in de eerste drie uur lichte huishoudelijke hulp. Uitgelegd werd dat mensen met een inkomen iets boven het minimum (115% van het bijstandsniveau) deze hulp nog steeds vergoed krijgen en dat ook mensen met een hoger inkomen een gedeeltelijke teruggave kunnen krijgen. Juist door, op voorstel van de SP, een verruiming van het minimabeleid kunnen wij in de gemeente meer mensen met een laag inkomen helpen. Mensen die sowieso meer dan drie uur hulp nodig hebben krijgen dit nog steeds volledig vergoed.

Ook de PGB’s (Persoonsgebonden budget) kwamen aan bod. Ondank het standpunt van de SP, dat het PGB een goed systeem kan zijn, is het landelijk beleid hiermee te stoppen. Voor veel PGB gebruikers is het onduidelijk hoe het na januari 2015 verder gaat. Het recht op het PGB staat echter wel in onze gemeentelijke verordening. Wij denken dat een PGB een goed middel kan zijn om de regie over het eigen te leven te kunnen voeren, als dit mogelijk is. Enkele zaken zullen door de wethouder nagevraagd worden en advies is om in ieder geval in gesprek te blijven met de gemeente.

Door de bezuinigingen en de enorme veranderingen die de decentralisaties in de zorg met zich mee brengen, zal de komende tijd nog veel onduidelijk zijn. Hier zijn we niet blij mee, maar dit is landelijk beleid, dat we maar uit te voeren hebben. Wij zijn er wel van overtuigd dat Smallingerland zich maximaal inspant om de decentralisatie zo sociaal mogelijk te laten verlopen. Hier zullen SP wethouder Jos van der Horst en de fractie zich in ieder geval maximaal voor inzetten.